Kroonjuwelen


Het is feest in de democratie. Bijna had ik de stemming verkeerd ingeschat en begon ik te somberen. Maar nu zie ik gelukkig nog net op tijd hoe Lousewies van der Laan met een vrolijk blikje Fanta in haar linkerhand Boris Dittrich om de nek valt en hem feliciteert met de nederlaag van hun collega en partijgenoot Thom de Graaf.
De foto van Martijn Beekman heet ‘De omhelzing’. In het onderschrift lees ik: ‘Lousewies van der Laan geeft D66-fractieleider Boris Dittrich een zoen na zijn overleg met CDA en VVD dat leidde tot een resultaat waarmee het kabinet-Balkende, met D66, overeind lijkt te kunnen blijven.’ Er moeten dus nog meer mensen in vrolijke stemming zijn. En jawel hoor. In Het Parool zie ik drie stralende fractieleiders ‘goedgemutst’ uit het Ministerie van Algemene Zaken komen. Zie je wel, leg ik mezelf nog maar eens uit, het is feest.

Voor me ligt het boek ‘Creatieve Democratie’ van Louis Logister. Dat ik het niet eerder heb aangehaald komt voort uit een soort omgekeerd nepotisme. Louis Logister was jarenlang mijn collega en dus ben ik geneigd uit pure vriendschappelijkheid zijn boek te verzwijgen. Ook helpt het niet dat boekwinkels ‘Creatieve Democratie’ hebben ondergebracht in de categorie ‘creatieve activiteiten’. Zo zie je het voortdurend aangeprezen tussen ‘Creatieve kattenkaarten’, ‘Drama-activiteiten’ en ‘Aroma-activiteiten met ouderen’, maar eigenlijk is het een serieuze verhandeling over de politieke filosofie van John Dewey.
Wie zich nu niet meteen herinnert wie John Dewey is, moet weten dat Willem Drees hem in 1949 een brief stuurde met felicitaties voor zijn negentigste verjaardag. ‘Ik kan u verzekeren’, schrijft Drees, ‘dat uw belangrijke werk op het gebied van filosofie en onderwijs in Nederland zeer bekend is en hogelijkst wordt gewaardeerd. Zonder twijfel heeft het een sterke impuls gegeven aan het streven naar vernieuwing van ons onderwijssysteem en aan de formulering van principes voor een solide democratie.’ In feite, voegt Louis Logister hieraan toe, kende niemand het werk van John Dewey hier in die tijd.

Zoals gezegd was ik van plan ‘Creatieve Democratie’ te negeren, maar het nieuws maakt dat ik er niet langer om heen kan. Het boek leest namelijk als een beginselprogramma van D66. Jammer toch, denk ik tijdens het lezen, dat D66 ooit is opgericht, anders zouden we het nu aan de hand van Dewey alsnog kunnen doen. Veel aantrekkelijke liberale denkbeelden komen voorbij - zoals de overtuiging dat het onderwijsproces een levensproces is en groei het doel van het onderwijs. ‘The most important attitude that can be formed is that of desire to go on learning.’
Vervolgens is in de visie van Dewey opvoeding tot democratie een van de belangrijkste inhoudelijke doelen van het onderwijs. Want democratie vraagt om betrokkenheid van de burgers. Om een goed functionerend publiek. Een groot deel van de politieke en sociale problemen is volgens Dewey terug te voeren op de aanwezigheid van een onrijp publiek dat de verouderde instituties dan ook niet naar eigen behoefte kan omvormen. Een rijp publiek daarentegen laat de instituties aansluiten op de eigen sociale omstandigheden.
Vandaag lees ik Creatieve Democratie en tegelijk volg ik het nieuws. Dus lees ik met mijn ene oog: ‘De mens is volgens Dewey in staat gewoonten en instituties die niet meer functioneren op creatief-intelligente wijze te veranderen.’ Met mijn andere oog zie ik de democraten glunderend op de foto staan, net nadat hen het plan voor bestuurlijke vernieuwing definitief door de neus is geboord. Met mijn ene oog lees ik: ‘Vanuit het individu gezien betekent democratie volgens Dewey: op basis van verantwoordelijkheid en naar vermogen vorm en richting geven aan de activiteiten van de groep, en het onderschrijven van waarden die de groep in stand houden.’ Met mijn andere oog zie ik goedgemutste democraten elkaar met blikjes Fanta in de hand omhelzen, net nadat hun medestander is gevallen.

Je zou haast denken dat er in Nederland nog steeds weinig is terechtgekomen van een solide democratie, maar dat, begrijp ik uit alle reacties, is een misverstand. Alles is eigenlijk een misverstand. De campagne van D66 voor bestuurlijke vernieuwing is eigenlijk een misverstand, want D66 wilde liever geld voor goed onderwijs. De stemming van de PvdA-fractie was eigenlijk een misverstand, ontstaan doordat Ed van Thijn, auteur van ´Democratie als hartstocht´, gewoon te moe was om nog langer te praten.
Het publiek, op zijn beurt, laat zien dat de democratie ook bij hem in goede handen is. Het mag dan misschien niet zelf de burgemeester kiezen, maar het heeft andere methoden om zich te laten gelden in de democratie. Zo willen de Jonge Socialisten gauw lid te worden van D66, niet om de partij inhoudelijk te steunen, maar om haar tot een kabinetscrisis te dwingen. Als je niet beter wist, zou je zelf ook zin krijgen Boris Dittrich te omhelzen, zo zindert het van democratisch elan in Nederland.
Nu heeft D66 in ruil voor hun kroonjuwelen dus opeens een half miljard gekregen voor onderwijs. Dat zal de gemeenschap ten goede komen. ‘Overeenkomstig Deweys opvattingen van gemeenschap dienen leerlingen er op school mee geconfronteerd te worden dat de samenleving uit verschillende publieken bestaat en dat deze verschillen in de samenleving problemen veroorzaken. Het behoort tot de taak van de leerkracht de leerlingen te doen beseffen dat, hoezeer hun onderlingen opvattingen en wensen ook verschillen, de onderlinge problemen het best kunnen worden opgelost op basis van creatieve intelligentie en amicable cooperation.’

Wat denkt u: zal het, met al die persoonlijke ambities, die verraderlijke collega’s, die bestuurlijke misverstanden en die vermoeide bestuurders in Nederland, nog goed komen met de bevordering van creatieve intelligentie en amicable cooperation in het onderwijs?


Column de Volkskrant 3 april 2005; na de val van Thom de Graaf en de bestuurlijke vernieuwing

tekst © 1989-2024 Maxim Februari
Powered by Travel-n-Traffic
X
X